
Schrijfwedstrijd 2025: Weekwinnaar 3
Vandaag maken we de derde weekwinnaar van onze schrijfwedstrijd bekend. Dat is geworden:
Marianne de Jonge met haar verhaal Aan wie dit leest. Van harte gefeliciteerd Marianne!
Je kunt nog tot en met zondag 28 september insturen voor onze schrijfwedstrijd. Het reglement is hier te raadplegen.
Lees hieronder het winnende verhaal van deze week.
Aan wie dit leest
© Marianne de Jonge
Al jaren rijdt hij dezelfde late dienst, altijd dezelfde lijn, vaak dezelfde bus, vaak dezelfde reizigers. Aan het einde van zijn dienst verzamelt hij wat anderen hebben achtergelaten in zijn bus.
Tot die avond vond hij alleen rommel. Kranten, koffiebekers, een handschoen zonder zijn wederhelft. Het belandt in de afvalzak. Die avond blijft hij staan bij de bank helemaal achterin. Een briefje, zorgvuldig dubbelgevouwen. Wachtend op de vinder. Hij aarzelt en opent het, nieuwsgierig als hij is. Het handschrift is een beetje bibberig.
De stoel van mijn zus blijft leeg. Ze komt niet meer. Het begon met een woordenwisseling over Gaza. Eén zin en ze liep kwaad weg.
Hij leest de woorden nog een keer en dan schuift hij het papier in zijn borstzak.
Thuis aan de keukentafel, in de lichtkring van een lamp, schrijft hij een antwoord. Hij stuurt zijn pen beheerst over het velletje. De inkt trekt langzaam in het papier, als water in het zand.
Goed dat u schreef. Soms helpt het gewoon om te laten weten dat iemand welkom is.
De volgende avond, voor hij met de bus wegrijdt, schuift hij voorzichtig zijn briefje tussen de rugleuning en de zitting, half verborgen, maar niet onvindbaar. Precies op dezelfde plek, hopend dat de schrijver het vindt.
Aan het einde van de rit loopt hij meteen naar de achterbank. Een tweede brief.
Ik had niet verwacht een antwoord te krijgen. Uw brief gaf me een duwtje en ik schreef haar: “Je stoel staat nog op zijn plaats.”
Hij gaat op zijn bestuurdersstoel zitten en strijkt met zijn vingers over het papier. Achterop zijn rittenlijst schrijft hij:
Moedig dat u schreef. Een uitnodiging zonder eisen opent soms een deur.
En legt het weer op hetzelfde plekje in de bus.
Dagenlang vindt hij niets. Iedere dag kijkt hij hoopvol naar die ene stoel .Op een dag vol regen, stinkende natte jassen en een waterballet in zijn bus, ziet hij weer iets wits uitsteken boven de rugleuning. Het papier is vochtig. De letters zijn een beetje uitgelopen:
Haar antwoord kwam laat. Ze schreef: “Ik weet het niet”. Geen nee. Geen boosheid. Alleen haar twijfel.
Eén woord blijft hangen, als een regendruppel die niet valt. Hij glimlacht als hij het woord “twijfel” leest.
Na het avondeten schrijft hij:
Twijfel is geen lege stoel. Twijfel is een misschien.
De vierde brief vindt hij een week later op het oude vertrouwde plekje. Langzaam, bijna plechtig, opent hij het velletje. Wat zou het antwoord zijn?
Zonder uw briefjes had ik het opgegeven. Gisteren kreeg ik haar brief. “Misschien kom ik een keer langs.” Een woord: misschien. Genoeg om hoop te voelen, meer durf ik niet te vragen.
Een tijdlang zit hij voor zich uit te staren met het briefje in zijn hand. Een bus suist in de verte. In de stille nacht. Hij denkt na over hoe betekenisvol kan één woord zijn. Hij kent geen gezicht, geen naam. Alleen het woord “misschien”.
Over de auteur:
Marianne de Jonge is haar hele leven al een boekenwurm en sinds kort schrijft ze korte verhalen voor haar plezier. Als een verhalendetective haalt ze inspiratie uit kleine gebaren en onverwachte vondsten in de wereld om haar heen en de inhoud van haar boekenkast.
Laat een reactie achter